Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB6487

Datum uitspraak2007-09-20
Datum gepubliceerd2007-10-25
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/825131-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gevangenissstraf voor de duur van negen maanden voor driemaal opzetheling, twee diefstallen en een mishandeling


Uitspraak

verkort vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/825131-07 en 01/ 837634-06 (ter terechtzitting gevoegd) Datum uitspraak: 20 september 2007 Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975, thans gedetineerd te: PI Limburg-Zuid, HvB Overmaze, Willem Alexanderweg 21 te Maastricht. Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van de onderzoeken ter terechtzitting van de politierechter van 26 januari 2007 en ter terechtzitting van de meervoudige kamer van 12 juni 2007 en 6 september 2007. Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 6 november 2006 en 8 mei 2007. De tenlastelegging in de zaak met parketnummer 01/825131-07 is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 12 juni 2007 en 6 september 2007 gewijzigd. Aan verdachte is met inbegrip van die wijziging tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 20 februari 2007 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bestelauto (Volkswagen, [kenteken]) en/of (inhoudende) een rijbewijs en/of paspoort en/of meerdere stuks gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het onbevoegd gebruik van de bijbehorende (orginele) contactsleutel; Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 februari 2007 tot en met 28 februari 2007 te Eersel, in elk geval in Nederland, een bestelauto (Volkswagen, [kenteken]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die bestelauto (Volkswagen, [kenteken]) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; 2. hij op of omstreeks 09 februari 2007 te Eersel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bestelauto (Ford Transit, [kenteken 2]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het onbevoegd gebruik van de bijbehorende (orginele) contactsleutel; Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op één of meerdere tijdstip(pen) in periode 9 februari 2007 t/m 18 februari 2007, te Eersel, althans in Nld en/of België, een bestelauto (Ford Transit, [kenteken 2]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overdragen terwijl hij t. t. v. verwerven of het voorhanden krijgen van die bestelauto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof. (Artikel 416/417 Wetboek van Strafrecht) 3. hij op of omstreeks 21 februari 2007 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een bedrijfspand (café Down Town, Kerkstraat 42) heeft weggenomen een laptop en/of een geldbedrag in contanten en/of gereedschap(pen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming; Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op één of meer tijdstippen in of omstreeksde periode van 21 februari 2007 tot en met 28 februari 2007 te Eersel, in elk geval in Nederland, een laptop computer (Acer) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die laptop computer (Acer) wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; 4. hij op of omstreeks 20 februari 2007 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bifi-worstje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] en/of Plus-markt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, die [benadeelde partij 4] met geschoeide voet, meermalen, althans eenmaal tegen het lichaam heeft geschopt/getrapt en/of met gebalde hand, meermalen, althans eenmaal tegen het gezicht/hoofd geslagen gestompt en/of die [benadeelde partij 4] dreigend de woorden toegevoegd - zakelijk weergegeven- dat hij hem (verdachte) moest laten gaan omdat hij (verdachte) hem ([benadeelde partij 4]) anders op zijn gezicht zou slaan, althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking; Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 20 februari 2007 te Eersel opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde partij 4]) in/op tegen het lichaam (buik en/of borst) heeft getrapt en/of in/op/tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze [benadeelde partij 4] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. (Artikel 300 Wetboek van Strafrecht) 5. hij in of omstreeks de periode van 03 februari 2007 tot en met 05 februari 2007 te Eersel en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Mazda), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); (Artikel 311 Wetboek van Strafrecht) Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 05 februari 2007 te Utrecht een personenauto (merk Mazda) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze personenauto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; (Artikel 416/417bis Wetboek van Strafrecht) 6. hij op of omstreeks 04 februari 2007 te Maarheeze, gemeente Cranendonck, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Esso Roc, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (Artikel 310 Wetboek van Strafrecht) Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/837634-06 tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 02 november 2006 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets ( merk Rambler), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (artikel 310 Wetboek van Strafrecht) 2. hij op of omstreeks 04 november 2006 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets, merk Maxinette, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 7 ], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (artikel 310 Wetboek van Strafrecht) Voorzover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad. De geldigheid van de dagvaardingen. De dagvaardingen voldoen aan alle wettelijke eisen. De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Op grond van artikel 5 van het Wetboek van Strafrecht is de Nederlandse strafwet mede toepasselijk op feit 2 met het parketnummer 01/825131-07, aangezien verdachte de Nederlandse nationaliteit bezit en ook ten tijde van het plegen van het feit die nationaliteit bezat, terwijl het in België gepleegde feit, dat hier bewezen wordt verklaard, door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en op dat feit door de Belgische strafwet ook straf is gesteld. Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. De bewijsbeslissing. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte in de tenlastelegging met parketnummer 01/825131-07 onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair en subsidiair, feit 4 primair, feit 5 primair en feit 6 tenlaste is gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. t.a.v. feit 3 parketnummer 01/825131-07: De rechtbank is van oordeel dat ook hetgeen aan verdachte onder dit feit subsidiair ten laste is gelegd niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, aangezien de verklaring van getuige [getuige 1] met betrekking tot de herkomst van de laptop niet door ander bewijs ondersteund wordt. Bewijsoverweging t.a.v. feit 1 subsidiair, parketnummer 01/825131-07. De raadsman van verdachte voert aan -kort en zakelijk weergegeven- dat het enige strafrechtelijke verwijt dat aan verdachte gemaakt kan worden, is dat hij in een gestolen bus werd aangetroffen, hetgeen schuldheling oplevert. De voor opzetheling vereiste wetenschap kan naar het oordeel van de raadsman niet bewezen worden. De rechtbank overweegt het volgende. Op 20 februari 2007 doet [benadeelde partij 1] aangifte van de diefstal van zijn bestelbus, merk Volkswagen, kenteken [kenteken], gepleegd te Eersel op 20 februari 2007 tussen 13.03 en 13.05 uur. Uit de processen-verbaal van bevindingen blijkt dat verdachte op 27 februari 2007 werd aangehouden in die bestelbus. De getuigen [getuige 2] [getuige 1] en [getuige 3] hebben verklaard dat verdachte op 20 februari 2007 rond 19.15/19.30 uur gereedschap uit een bestelbus laadde bij het adres Gagelbeek 13 te Veldhoven. [getuige 2] heeft verklaard dat getuige [getuige 1] verdachte heeft horen zeggen dat hij gestolen spullen bij zich had. Uit de processen-verbaal van bevindingen van 21 en 22 februari 2007 blijkt dat genoemd gereedschap, waarvan een deel was voorzien van bedrijfsstickers, toebehoorde aan [benadeelde partij 1]. Nu de bovengenoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd, redengevend moeten worden geacht voor het bewijs van het aan verdachte onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit en verdachte geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft gegeven, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van meergenoemde bestelbus op zijn minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat die bestelbus een door misdrijf verkregen goed betrof. Bewijsoverweging t.a.v. feit 2 subsidiair, parketnummer 01/825131-07. De raadsman van verdachte voert aan -kort en zakelijk weergegeven- dat, wederom, het enige strafrechtelijke verwijt dat aan verdachte gemaakt kan worden met betrekking tot dit feit, is dat hij in een gestolen auto werd aangetroffen, hetgeen schuldheling oplevert. De voor opzetheling vereiste wetenschap kan naar het oordeel van de raadsman niet bewezen worden. De rechtbank overweegt het volgende. Op 9 februari 2007 doet [benadeelde partij 2] aangifte van diefstal van een bestelauto, merk Ford, kenteken [kenteken 2], gepleegd te Eersel op 9 februari 2007. Uit een proces-verbaal van de wegpolitie Antwerpen blijkt dat verdachte op 18 februari 2007 in België in voornoemde bestelauto is aangetroffen. Nu de bovengenoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd, redengevend moeten worden geacht voor het bewijs van het aan verdachte onder 2 subsidiair ten laste gelegde feit en verdachte geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft gegeven, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van meergenoemde bestelauto op zijn minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat die bestelauto een door misdrijf verkregen goed betrof. Bewijsoverweging t.a.v. feit 5 subsidiair, parketnummer 01/825131-07. De raadsman van verdachte voert aan -kort en zakelijk weergegeven- dat niet duidelijk is geworden wie er (als bestuurder) in de personenauto is aangetroffen. Een deugdelijk signalement ontbreekt. De rechtbank overweegt het volgende. Op 3 februari 2007 doet [benadeelde partij 5] aangifte van de diefstal van een personenauto, merk Mazda, kenteken [kenteken 3], gepleegd te Eersel op 3 februari 2007. Uit een proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2007 en het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat verbalisanten verdachte hebben aangehouden kort nadat zij hem hadden gezien als bestuurder van voornoemde personenauto. Nu de bovengenoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd, redengevend moeten worden geacht voor het bewijs van het aan verdachte onder 5 subsidiair ten laste gelegde feit en verdachte geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft gegeven, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van meergenoemde personenauto op zijn minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat die personenauto een door misdrijf verkregen goed betrof. Bewijsoverweging t.a.v. feit 1, parketnummer 01/ 837634-06. De raadsman heeft aangevoerd dat -kort en zakelijk weergegeven - het signalement dat de aangeefster [benadeelde partij 6] van de verdachte geeft - namelijk een witte broek en donkerkleurige jas - niet uitsluit dat iemand met dezelfde soort kleding het strafbare feit heeft gepleegd, hetgeen bij gebrek aan overtuiging, tot vrijspraak moet leiden. Verdachte was bovendien tijdens de aanhouding niet in het bezit van een uit misdrijf verkregen fiets. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. Op 4 november 2006 verklaarde aangever [benadeelde partij 6] dat haar fiets, merk Rambler, met fietstassen en een metalen rugsteuntje op 2 november om ongeveer 10.00 uur is weggenomen voor het Kruitvat te Eersel. Bij de aangifte omschrijft zij de dader als zijnde een man met krullend haar, en met een witte broek en donkerkleurige jas aan. Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat zij op 2 november 2006 omstreeks 10.00 uur heeft gezien dat een man met krullend haar en een witte broek en een donkergroene jas aan, een fiets voor het Kruidvat te Eersel wegnam. Het betrof een damesfiets met fietstassen en een rugsteuntje. Nu deze verklaringen op essentiële punten overeenkomen, waaronder het signalement van de dader, de dag, het tijdstip, de plaats van het feit en de specifieke kenmerken met betrekking tot die fiets, en mede in aanmerking genomen dat aangeefster [benadeelde partij 6] op 4 november 2006 verdachte voor 100% heeft herkend, acht de rechtbank het tenlaste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Bewijsoverweging t.a.v. feit 2, parketnummer 01/ 837634-06. De raadsman heeft aangevoerd dat - kort en zakelijk weergegeven- er geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring van diefstal te komen. Het is niet duidelijk of het dezelfde fiets betreft en er zit meer dan één uur tussen de melding van de diefstal en het tijdstip van de videobeelden. De rechtbank overweegt het volgende. Op 4 november 2006 doet [benadeelde partij 7 ] aangifte dat haar damesfiets met twee fietstassen die dag tussen 14.30 en 14.40 uur is weggenomen vanaf de Willibrorduslaan te Eersel. Getuige [getuige 5] – werknemer bij de C1000 aan de Willibrorduslaan te Eersel ziet op camerabeelden dat op 4 november rond 14. 38 uur een man naar de fietsenstalling loopt en wegrijdt op een damesfiets met twee fietstassen. Getuige [getuige 5] herkent verdachte als die man, waarna verdachte wordt aangehouden. Verdachte is in het bezit van een sleutel die door aangeefster [benadeelde partij 7] wordt herkend als de fietssleutel passend bij de gestolen fiets. Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank het feit wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring. De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte t.a.v. parketnummer 01/825131-07 1 subsidiair. in de periode van 20 februari 2007 tot en met 28 februari 2007 te Eersel, in elk geval in Nederland, een bestelauto (Volkswagen, [kenteken]) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die bestelauto (Volkswagen, [kenteken]) wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; 2 subsidiair. hij in de periode van 9 februari 2007 tot en met 18 februari 2007 te België, een bestelauto (Ford Transit, [kenteken 2]) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die bestelauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; 4 subsidiair. hij op 20 februari 2007 te Eersel opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde partij 4]) tegen het lichaam (buik en/of borst) heeft getrapt en tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze [benadeelde partij 4] pijn heeft ondervonden; 5 subsidiair. op 05 februari 2007 te Utrecht een personenauto (merk Mazda) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; t.a.v. parketnummer 01/ 837634-06 1. op 02 november 2006 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets ( merk Rambler), toebehorende aan [benadeelde partij 6]; 2. hij op 04 november 2006 te Eersel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets toebehorende aan [benadeelde partij 7 ]. De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De kwalificatie. Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De strafbaarheid. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard. Toepasselijke wetsartikelen. De beslissing is gegrond op de artikelen: Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 57, 300, 310, 416. DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID De eis van de officier van justitie. t.a.v. feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4 primair, feit 5 primair en subsidiair en feit 6 met het parketnummer 01/825131-07: -vrijspraak. t.a.v. feit 1 subsidiair (schuldheling), feit 2 subsidiair (schuldheling), feit 3 subsidiair (schuldheling), feit 4 subsidiair met het parketnummer 01/825131-07 en feit 1 en 2 met het parketnummer 01/ 837634-06: -gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht; -teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de rechthebbende [benadeelde partij 7 ]; -toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6]; -niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partijen [benadeelde partij 7 ], [benadeelde partij 5], [benadeelde partij 2]s en [benadeelde partij 3] in hun vorderingen. De op te leggen straf en maatregel. Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op: a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte: - de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd; - verdachte werd terzake van strafbare feiten soortgelijk aan de door hem gepleegde feiten blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds eerder veroordeeld; - verdachte heeft de onderhavige strafbare feiten gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling; - verdachte heeft op een grove manier de medewerkers van een winkel bejegend, terwijl deze met de uitvoering van hun werkzaamheden bezig waren en geen enkele aanleiding tot het uitvoeren van de bewezenverklaarde handelingen gaven. De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden. t.a.v. feit 2 subsidiair met het parketnummer 01/825131-07: De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]s. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien geen sprake is van rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade. De rechtbank zal de kosten van partijen als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt. t.a.v. feit 3 met het parketnummer 01/825131-07: De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil. t.a.v. feit 5 subsidiair met het parketnummer 01/825131-07: De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien geen sprake is van rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade. De rechtbank zal de kosten van partijen als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt. t.a.v. feit 1 met het parketnummer 01/ 837634-06: De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6]. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rechtbank zal de kosten van partijen als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt. t.a.v. feit 2 met het parketnummer 01/ 837634-06: De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7 ]. De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank zal de teruggave gelasten van het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp aan de rechthebbende. DE UITSPRAAK Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven: T.a.v. 01/825131-07 feit 1 subsidiair: opzetheling T.a.v. 01/825131-07 feit 2 subsidiair: opzetheling T.a.v. 01/825131-07 feit 4 subsidiair: mishandeling T.a.v. 01/825131-07 feit 5 subsidiair: opzetheling T.a.v. 01/837634-06 feit 1: diefstal T.a.v. 01/837634-06 feit 2: diefstal Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. BESLISSING: T.a.v. 01/825131-07 feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair en subsidiair, feit 4 primair, feit 5 primair en feit 6: Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen. T.a.v. 01/825131-07 feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 4 subsidiair, feit 5 subsidiair, en t.a.v. 01/837634-06 feit 1, feit 2: Gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van de opgelegde vrijheidsstraf. T.a.v. 01/837634-06 feit 2: Maatregel van schadevergoeding van EUR 63,50 subsidiair 1 dag hechtenis Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 7 ] van een bedrag van EUR 63, 50 (zegge: drieënzestig euro en vijftig eurocent ), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij: Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 7 ], van een bedrag van EUR 63,50 (zegge: drieënzestig euro en vijftig eurocent). Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. T.a.v. 01/837634-06 feit 1: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij 6], in haar vordering. Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt. T.a.v. 01/825131-07 feit 2 subsidiair: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]s, in haar vordering. Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt. T.a.v. 01/825131-07 feit 3 primair en subsidiair: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] in haar vordering. Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil. T.a.v. 01/825131-07 feit 5 subsidiair: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij 5], in haar vordering. Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt. T.a.v. 01/837634-06 feit 2: Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten: sleuteltje met geel hangertje aan de rechthebbende, te weten [benadeelde partij 7 ]. Dit vonnis is gewezen door: mr. P.A. Buijs,voorzitter, mr. J.M.P. Willemse, en mr. D. Bogaert, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Colceriu, griffier, en is uitgesproken op 20 september 2007. 14 Parketnummer: 01/825131-07 en 01/ 837634-06 (ter terechtzitting gevoegd) [verdachte]